reis verslag namibie - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Marja Ruiter-van Halteren - WaarBenJij.nu reis verslag namibie - Reisverslag uit Windhoek, Namibië van Marja Ruiter-van Halteren - WaarBenJij.nu

reis verslag namibie

Blijf op de hoogte en volg Marja

26 Juni 2018 | Namibië, Windhoek

Reisverslag Namibie 3 april t/m 26 april 2018.
3 en 4 april Schiphol-Windhoek
Een lang gewenste reis gaat beginnen. Ik wilde al heel lang graag naar Namibië. De beste tijd is september (voorjaar in Namibië ) of april, mei. September vind ik te snel op onze zomer en april komt me eigenlijk niet uit met het tuinieren. Maar als je er naar toe wilt moet je ergens overheen stappen en dat doen we nu. Namibië is met geen land te vergelijken. Dun bevolkt veel woestijnen en 20x zo groot als Nederland. Met zijn tweeën was geen optie. Ieder raadde ons dat af. Gevaarlijke wegen, bandenpech, want je moet een auto huren, openbaar vervoer is er bijna niet. Wij wilden net een groepsreis boeken toen een vriendin zei dat ze jaloers was dat we daar naar toe wilden. En zo is het gekomen dat we nu met z’n vieren Arnold , Inge en Wim en ik in een hele grote auto door Namibië reizen.
Op 3 april begin de reis vanaf Schiphol. Veel vertraging met het vliegtuig; lekke band!!. We zaten al op Schiphol in het vliegtuig en dan maar wachten op take of. Uiteindelijk een nieuwe band erom en we konden vertrekken. Gelukkig ging daarna de reis voorspoedig. Een tussenlanding in Angola, en na 12 uur waren we in de hoofdstaf van Namibië, Windhoek.
De auto en de lodges/hotels hebben we van te voren besproken. Je kan geen risico nemen dat de lodge al volgeboekt is , want dan kan het gebeuren dat de volgende lodge 70 km of meer verderop is en dan is het in het donker rijden in de woestijn, dat moeten we dus niet doen. We kregen de huurauto vlot na aankomst op het vliegveld. Het is een grote Ford Ranger met dubbele cabine en bakje met gesloten huif. Arnold reed het stuk vanaf het vliegveld naar Windhoek. Het is hier links rijden. Maar dat waren we gewend van vorig jaar in Suriname. In de loop van de middag waren we in een leuk hotel (Thule) in Windhoek. Vanmiddag rustig aan gedaan. Windhoek wat bekeken en ‘ s avonds natuurlijk gegeten in Joe’s Bier garten. Heel veel dingen en namen zijn hier Duits. Het was reuze gezellig. Bier en grote stukken vlees. Ik had koedoe (kudu) vlees; heerlijk. Het komt van een wilde bok welke weet ik niet. Ach ja, de koedoe natuurlijk. Er werd percussie getrommeld met veel lawaai, wat de stemming verhoogde. Zo de eerste dag zit er op. Morgen naar Mariental , 250 km verder naar het zuiden. Ik gooi de verslagen op mijn internetblog als er wifi is en er genoeg tijd voor is.

Donderdag 5 april ; naar de Kalahari Anib lodge bij Mariental.
Als elke dag zo leuk is als deze dan hebben we een fantastische vakantie. Het Thule hotel in Windhoek was goed en lag prachtig en hoog aan de rand van de stad met een geweldig uitzicht. Een Duitse meneer vertelde dat het vorige week heel erg geregend had in het noorden van Namibië. Hij had regelmatig tot over de assen in het water moeten rijden. Maar gelukkig is het nu droog. Na een goed ontbijt gingen we om kwart over negen rijden in onze geweldig grote auto. Het verhuur bedrijf had vergeten een GPS in de auto te doen, maar na een belletje brachten ze een TomTom naar ons hotel in Windhoek. Dat viel mee. Windhoek is best wel een grote stad en dan is een TomTom wel een uitkomst.
Op weg. Over een asfaltweg , de B1, door een mooi landschap. Eerst met veel ronde begroeide bergen en soms met vreemde vormen. Later werd het vlakker en droger. Geiten en schapen langs de weg en verderop wat “wilde” paarden. Bij een supermarkt in Rehoboth een koelbox en water gekocht en broodjes voor de lunch. Rehoboth is het gebied waar een aparte bevolkings groep woont. Het zijn afstammelingen van mensen van de VOC bij Kaapstad en hottentotten. ( basters, bastaards.) De groep die dus tussen blank en bruin inzit heeft zich als groep gehandhaafd maar zijn onder druk van oprukkende Engelsen en Boeren steeds een stukje verder getrokken naar de minder vruchtbare gebieden. Uiteindelijk zijn ze in Namibië terecht gekomen. En daar handhaven ze zich als aparte groep. De meegebrachte etenswaren eten we op op een picknickplaats. Picknick plaatsen worden goed aangegeven. Meestal een plek waar je in de schaduw kunt zitten, onder een boom of er is een zonnekap op de picknickplaats gezet. Het is warm in de zon. Tot nu toe is het landschap groener dan ik had verwacht. In de Acacia bomen langs de weg veel nesten van wever vogels. Ook heb ik al veel witte en gele bloemen gezien. Weet de naam er niet van. We bereiken de lodge, even voor Mariental links af en dan na een paar kilometer nog een keer naar links de poort van de lodge door en dan via een zandweg naar de lodge. We zijn in de Kalahari woestijn. De Kalahari is de tweede grote droge zone van Nanibie. Karakteristiek voor deze woestijn zijn de roodgekleurde lengteduinen. We waren net op tijd half vier, want om half vijf was hier een safaritocht, sundowner, in open jeeps. Ja daar doen we aan mee. We hadden een goede gids, de eerste wilde beesten die we zagen waren springbokkies, gnoes, struisvogels, hartebeesten, zebra’s en giraffen. We kregen uitleg over de struiken en planten. De zon begint langzaam te zakken dus tijd voor een plekje om de zon onder te zien gaan. Midden in de Kalahari met de prachtige rode zandduinen werd een tafel neergezet met lekkere hapjes, bier, frisdrank, wijn en voor de liefhebber zelfs gintonic. En hier proefden we ook onze eerste biltong. Dat zijn stukje gedroogd vlees met verschillende kruiden erin. Ik vond het erg lekker en een wit gekoeld wijntje ging er ook goed in. De gids vertelde nog een leuk verhaaltje. Hij plukte een takje van een doringboom/Acacia, ritste de blaadjes er af en vertelde wat de bushman met een struisvogel ei doet. Eerst prikt hij met het steeltje een gat in het ei en vervolgens verhit hij het ei en roert met de andere kant van het stokje in het ei en maakt zo scrambled egg, dat eet hij lekker op en daarna giet hij in het lege ei een gintonic en drinkt het op. Echte bushmans kost. Een grapje dus. De zon gaat langzaam onder en we rijden door een donker wordende woestijn terug naar de lodge. Om half acht, het is dan inmiddels donker, zijn we weer terug. Heerlijk buiten in de tuin gegeten en toen naar bed. Morgen weer verder naar Keetmanshoop.

6 april van Mariental naar Keetmanshoop.
Vandaag valt er niet zo veel te vertellen behalve dat het een leuke rit was maar wel wat eentonig en lang. We verlieten de Anib lodge en gingen niet langs de geasfalteerde hoofdroute B1 naar het zuiden maar over de steenslag weg M29 via Witbooisvlei. Het eerste stuk was nog aardig begroeid met lage struiken en er bloeiden veel gele bloemetjes. We zagen dat het vorige week hier flink geregend had. Er lagen hier en daar nog plassen op de weg en de grond was behoorlijk nat. We hadden ons voorgenomen bij het eerste dorp te stoppen en een kop koffie te drinken. Op de kaart stond een dorp aangegeven maar in werkelijkheid waren er drie boerderijen , geen koffie dus. Dan maar weer verder. Af en toe kwamen we een boerderij tegen met schapen, geiten of paarden. Hier en daar wat graspollen, en spaarzame struiken. Soms zie je in de verte wat bomen en een windwatermolen( Amerikaans type) dan weet je dat daar een boerderij is of een enkele keer een lodge. De boerderijen worden met naambordjes aangegeven. Ze hebben vaak Zuid- Afrikaanse namen als Weltevreede, Waagkraal of geven wat informatie wie er wonen en wat de hoofdactiviteit is; E.J.P. Jansen, Meneer en Mevr. Van Neel; een afbeelding van een paard of wat koeien en de familie Meyer laat ons via een bord aan de weg weten dat hier de Meyers leven. “Hier gaap en slaap die Meijers”
Dicht bij Keetmanshoop zagen we de koker bomen (Quivertree) al staan. Het lijkt een raar soort boom, maar het zijn geen bomen maar grote Aloe’s van ongeveer 8 meter hoog. De naam kokerboom komt van de San ( Bosjesmannen) die vroeger pijlkokers uit de takken sneden. De takken zijn hol en dus geschikt als pijlkoker. Garas is het San woord voor kokerboom. Bij de boerderij Gariganus staan er veel bij elkaar. Dit is het kokerbomenbos. De Aloe’s kunnen wel 200 jaar oud worden en bloeien soms pas na 30 jaar. Ze groeien in zwart doloriet gesteente. Op deze boerderij houden ze ook cheeta’s die later weer in de natuur worden uitgezet. Die moesten we zien. Het was net voedertijd. De boer gaf ze voldoende vlees en we konden rustig op een paar meter afstand van de cheeta’s staan. Ze hadden alleen maar aandacht voor de lekkere brokken vlees die de boer hen toeschoof. Toch wel een bijzondere ervaring.
Om half zes waren we in de Maritz Country lodge. Morgen naar de Norotshama River ressort in Aussenkehr aan de Oranje rivier op de grens met Zuid Afrika.

Zaterdag 7 april; Van Keetmanshoop naar Aussenkehr.
Om 9 uur zaten we in de auto voor weer een tocht van ruim 300 km naar Aussenkehr aan de Oranjerivier. De Oranjerivier is de grens met Zuid Afrika . We zitten weer op de B1 een asfaltweg, maar druk is het niet. Zo nu en dan een tegenligger. Elk uur wisselt het landschap van begroeit naar kale rotsen, eindeloze vlakten en dan weer bergen. Soms zwarte grond en dan weer wit of rood. Aangekomen bij de Oranjerivier bij het dorpje Noordoever rechtsaf door woestijnachtig gebied met veel rotsen in vele kleuren, heuveltje op en af. De asfaltweg houdt op en gaat over in steenslag. Na een paar kilometer de eerste druiven. Ze worden geïrrigeerd uit de Oranje rivier. Geen wijngaarden maar druiven om zo op te eten. Tafeldruiven voor de export naar Europa. Een heel vreemd gezicht die groene struiken in een woestijn omgeving. Nadat we de lodge gevonden hadden en daar een leuk huisje aan de Oranjerivier betrokken, gingen we even naar de supermarkt de Spar in Aussenkehr. Een dorpje voor vooral werknemers van de druivenplantages. Ik had nog nooit zo iets gezien de werknemers van de druivenkwekers wonen er in hutjes van stro, honderden en misschien wel meer dan duizend bij elkaar. Wat een armoede. Er wonen hier zo’n 20.000 mensen die allemaal leven van het werk op de druivenplantages. Goed dat je zoiets ook eens ziet. Je wordt er wel een beetje triest van .De Spar is gesloten. We gaan de auto maar niet uit en ik fotografeer ook maar niet. Weer terug naar ons huisje aan de rivier. Morgen gaan we naar de Fish River Canyon.

8 april van Aussenkehr naar de Fish River Canyon.
Een rit van ruim 200 km. Ik blijf het zeggen ”wat een bizar landschap”. Allereerst weer gravelwegen. We komen geen auto tegen. Elk uur is het landschap totaal anders; dorre vlakten, woestijn met gele grond en dan weer rotsen. In het landschap liggen grote steenhopen. Het lijkt wel of er een steenfabriek gestaan heeft die de afgekeurde stenen op een grote bult heeft gegooid. De stenen zijn wit, zwart en rood. In de auto is het koel maar buiten is het zonnig en warm. Vanuit Aussenkehr rijden we binnendoor, eerst westelijk via de C13 en dan naar de afslag naar de C37 richting Ai- Ais . In de buurt van de afslag staat midden in de woestijn het karkas van een luxe auto. De wind komt recht op de voorkant van de auto en de koelventilator draait. Gek voor een auto die aan het model te zien er waarschijnlijk al tientallen jaren ligt. En nog gekker, vol met kogelgaten. Na zo’n 200 km zien we eindelijk het bordje Canyon Village, rechts af. Het eerste wat we zien zijn enorm grote gladde ronde rotsblokken. De lodge ligt midden in de woestijn/savanne in een kom van een bergrug met veel rotsen. Een mooi rietgedekt hoofdgebouw en in een kring er om heen de gastenhuisjes. Allemaal in de kleuren en materialen van het landschap. Ook is er een zwembad met bar; ook gek in zo’n dor landschap. Onder de oppervlakte van Namibië schijnt een ondergrondse zoetwater zee te liggen en door diepe boringen kunnen ze het water oppompen. Maar het blijft gek een zwembad in de dorre vlakte. Arnold en Wim hebben om 6 uur een loopexcursie gedaan van ongeveer 4 km door de omgeving met als afsluiting natuurlijk weer een prachtige sun-downer op een hoge rots, nu met onweer en regen aan de horizon. De gids vertelde over de geneeskundige planten van de San en over de dier sporen die je kon zien. Weet je hoe je een aan de keutels kunt zien , ik dacht van de springbok, of het mannetje of een vrouwtje is. De mannetjes poepen en plassen op een bultje en de vrouwtjes al lopende met dus een langgerekt keutelspoor. Of was het nu net andersom. Hoe dan ook je kunt het verschil zien. Inge en ik zijn naar de bar gegaan om iets te drinken, de internet berichtjes te lezen. Wifi is alleen in het hoofdgebouw.
S ‘avonds heerlijk buiten eten, lamsvlees en vlees van wild met salade en chocolade moes na. Plotseling moesten we halsoverkop naar binnen. Sterke windstoten die de parasols omver wierpen en regenvlagen. Een restant van het onweer dat Arnold en Wim al in de verte gezien hadden vanaf de Sun-downer rotsen. Morgen naar de canyon.
9 april naar de Fish- River- Canyon
Lekker een dagje niet trekken. Geen koffer inpakken. Niet nadenken over welke weg we moeten hebben. Alleen maar richting Fish- River- Canyon. Het weer is weer goed, zon met een klein windje. Vanaf de lodge is het nog ongeveer 20 km naar de canyon. De canyon is een van de grootste van de wereld; op sommige plaatsen wel 27 km breed en 400 tot 500 meter diep. We pakken de ingang bij Hobas, waar we een kaartje kopen voor de entree. Het is nog een stuk rijden voor we bij het uitzichtspunt zijn. Wat een natuurgeweld prachtig om te zien. Op deze plaats ligt de Fish river op ongeveer 400 meter diepte en maakt er een paar grote bochten. Arnold en ik hebben vanaf het viewpoint een stuk langs de canyon gelopen, dan beleef je de overweldigende diepte het meest intensief. Indrukwekkend! Geen boompje te zien alleen maar stenen en nog eens stenen. Ik heb hoogtevrees dus kom ik niet te dicht aan de kant. Er groeien hier wel Euphorbia’s, zulke als je vroeger in de vensterbank had. Verder zag je overal waar het een klein beetje vochtig was gele bloemetjes en ook een plant met twee blaadjes, die komen na een regenbui direct op. Het zijn bolletjes die erg giftig schijnen te zijn. Op de terugweg zijn we naar het Roadhouse gegaan . Je kan er wat eten en drinken in een wel heel speciale omgeving. Als je aankomt zie je voor het Roadhouse allemaal wrakken van oldtimers staan. In de droge woestijn lucht roesten ze niet weg. Een hele leuke sfeer. Binnen was het net een garage uit vervlogen tijden met oude auto’s , reclameborden van automerken. Tussen de oldtimers tafeltjes waar je wat kon eten. De bar staat hier bekend als smeerlokaal. In de toiletten is de sfeer doorgetrokken. Met in de heren WC een blote dame met een rokje die je op kon tillen. Wie durft. Er was toch blijkbaar iemand die de verleiding niet kon weerstaan en meteen gaat in de eetzaal een claxon af. Alle hoofden richten zich op de man die uit de WC komt. Dat is hem. Bij de damestoiletten een heer met een lapje voor de edele delen. Er ging geen claxon. We hebben hier wat gegeten en gedronken. Terug naar de lodge hebben Arnold en ik een uurtje geslapen en daarna lekker gezwommen en dat in de woestijn. Bizar!
Morgen weer verder naar Klein Aus vista
10 april Van de Fish river canyon naar Klein- Aus- Vista.

Op tijd vertrokken naar Klein-Aus-Vista. Dat is ongeveer 290 km. De bandenspanning weer laten controleren en weer wat lucht laten bijvullen want we rijden voor een groot deel over verharde wegen. Je komt onderweg soms de leukste dingen tegen. Nadat we het Fish river gebied hadden verlaten borden langs de weg met de aankondiging koffie met apfelstrudel. Dat leek ons wel wat. Er was een mevrouw die ons heel hartelijk verwelkomde. Elke dag bakt ze verse apfelstrudel en die kan je zelfs mit Sahne krijgen. Ze vertelde dat er al in vier jaar geen drup regen gevallen was. Dus boeren is heel moeilijk, zeg maar onmogelijk. Ze verdiende nu wat met de camping bij het huis en met de apfelstrudel en koffie voor voorbijgangers. Geen vetpot en dan te bedenken dat je een bezit hebt van 50.000 ha. Zo groot als de hele Noordoostpolder. Het was er heel gezellig. Wat kleine souvenirtjes gekocht.
Verderop had het wel geregend en moesten we soms door diepe plassen zodat onze auto er niet meer uitziet ; van onder tot boven modderig. We komen langs een klein stuwmeer Naute , Loewenrivier. Een heel ander landschapsbeeld. Dadel en druiven plantages langs de weg. Het gebied is blijkbaar nog in opbouw. De nieuwste plantages zijn genummerd en duidelijk nog niet in productie. Een gek gezicht want deze groene oase ligt in een woestijngebied. Om half drie kwamen we aan bij ons volgende adres Klein-Aus-Vista Desert Horse Inn . Leuke 2x2 persoons huisjes in de kleuren van de woestijn/savanne. Oranje –geel. En natuurlijk weer een restaurant en een zwembadje. Morgen gaan we eerst richting de Oceaan naar Luederitz en dan weer terug via dezelfde weg langs Aus als we gekomen zijn naar die Alte Kalkofen.

Woensdag 11 april: Naar Luederitz
Vandaag een mooie tocht gemaakt richting de zee. Bij Garub zagen we eerst een paar paarden en later een grote groep wilde paarden. De paarden die waarschijnlijk afstammen van gevluchte cavalerie paarden uit de eerste wereldoorlog van de Zuidwest Afrikaanse Duitsers tegen de Zuid Afrikaanse Engelsen. Aan de verkeersborden zagen we al dat we op moesten passen voor overstekende paarden. De paarden overleven in de woestijn, maar het wordt steeds droger en nu worden ze sinds een paar jaar bij extreme droogte bijgevoerd en is er een waterhole. Het landschap wordt steeds zanderiger. Bij het verlaten stationnetje van Garub staat nog één dode boom. Uiteindelijk is er geen grassprietje meer te zien. Zand en nog eens zand. We zitten in de Namib woestijn, grenzend aan het Sperrgebiet waar niemand mag komen omdat er diamanten gevonden worden. Volgens ons boekje kan je alleen s’morgens het verlaten diamantzoekers dorpje Kolmannskop bezoeken en om half tien is er een rondleiding met een gids. Dat haalden we niet maar zonder gids redden we ons ook wel. We kopen bij de ingang van het dorp een kaartje. Sommige huizen zijn al bijna helemaal overgenomen door de zandduinen. Het dorp is ontstaan toen er diamanten werden gevonden en weer verlaten toen er geen diamant meer te vinden was. Het dorp was in zijn glorietijd zelfvoorzienend met een school, slager, kegelbaan, restaurant, ijsmaker enz . De huizen van de directie e.d. zijn gebouwd in de periode zo net na 1900. De huizen waar de vele arbeiders woonden bestaan niet meer. Dus toch wel een beetje vertekend beeld. Hoe kom je aan water in de woestijn!. Dat werd vanuit Kaapstad per schip aangevoerd en daarna met ezeltjes naar Kolmanskop gebracht. Leuk om het dorp te zien. In het museum restaurant natuurlijk ook weer Kaffee mit Kuchen. Ongeveer 10 km verder ligt aan de oceaan Luederitz genoemd naar de koopman, handelaar Adolf Luderitz uit Bremen. Hier begon in 1884 de koloniale verovering van Zuidwest Afrika door de Duitsers. Het is een klein gezellig stadje met mooie huizen van ongeveer 1860 tot in de Jugendstil periode in de eerste jaren van de 20ste eeuw en geschilderd in mooie kleuren. De criminaliteit is als gevolg van het grote aantal werklozen in de townships heel hoog . Overdag heb je er gelukkig geen last van. Terug langs dezelfde weg naar onze nieuwe lodge Alte Kalkofen. Nog 290 km. Eerst weer naar Aus. Daar tanken en dan via Goageb naar de Alte Kalkofen. De lodge ligt een paar km vanaf de weg in de nabijheid van de oude spoorlijn. Frikkie en Hilde, de eigenaren verwelkomden ons. Heel bijzonder is dat ze Lithops , levende steentjes verzamelen, in kaart brengen, kweken. Er zijn twee kassen. In de ene kas de Lithops van Zuid Afrika en de andere voor de Lithops uit Namibië. De plantjes die bijna uitgestorven zijn worden verder gekweekt en weer uitgezet in de natuur. We hebben een leuk vrijstaand huisje met uitzicht over de savanne. Een heerlijke zit buiten en hopen op veel wild te kunnen spotten. Doet me denken aan het boek en film Out of Africa van de Deense Karin Blixen . Het is elke dag weer genieten.
En niet te vergeten het heerlijke diner bij kaarslicht. Op de vraag hoe kom je aan sla zei Hilde: “ die heb ik vanmorgen gehaald in Keetmanshoop.” Dat is dus 100km heen en 100km terug. In de toekomst willen ze proberen zelf sla te kweken.
Donderdag 12 april naar de Namib Naukluft
De Alte Kalkofen was een geweldige lodge. Gisteren de twee kassen met de levende steentjes bekeken. In de eerste kas met Lithops uit Namibië waren 14 species en in de kas van de Zuid- Afrikaaanse steentjes volgens mij nog 4 species. In de kas stonden ook vlees etende plantjes. Die staan er omdat ze de insecten die de levende steentjes belagen opeten. Als de gekweekte Lithops plantjes 2 jaar oud zijn worden ze weer terug gezet in de natuur. Vorige week waren er nog 100 terug gezet. Hilde , de eigenaresse vroeg of we na het ontbijt de uitgezette steentjes wilden zien. Dus na het ontbijt op pad met Hilde en Frikkie. Met de auto door het toegangshek van de boerderij opzoek naar de steentjes. De struikjes waaronder de steentjes waren geplaatst worden met een gekleurd lintje gekenmerkt. We konden ze zo redelijk gemakkelijk vinden. Door het struikje krijgen ze eerst wat schaduw en niet meteen de volle zon zodat ze niet gaan uitdrogen. Je moet wel heel goed kijken want de levende steentjes lijken precies op echte steentjes. Terug in de lodge kreeg ik van Hilde een zakje Lithops zaad van 10 soorten. De namen staan op het zakje. Wat een lieve mensen. Als ze opkomen bij mij thuis stuur ik ze een foto.
Naar de volgende lodge is het nog 420 km. Dus het wordt hard, maar voorzichtig doorkarren over zand en gravelwegen. We gaan eerst weer een stukje richting kust over de asfaltweg en dan bij Goageb rechtsaf de C14 op naar Helmeringhausen . Vanaf nu voorlopig geen asfalt meer alleen zand en gravel wegen. Overigens moet gezegd worden dat ook de zand en gravelwegen redelijk goed onderhouden worden. Met enige regelmaat passeren we en een shovel die de weg weer vlakt. Bij Helmeringhausen nemen we de C27 die door het Namib Rand Nature Reserve park gaat. We zien de eerste grote zandduinen en komen langs Sesriem waar de ingang van de Sossusvlei is. Nog een stuk door de Namib- Naukluft en we zijn bij onze lodge, de Namib- Naukluft lodge. Op het terras van onze kamer een prachtig uitzicht over de woestijn/ savanne. Met veel grondeekhoorns een soort stokstaartjes/ mangoesten voor onze voeten. Een leuk gezicht. En natuurlijk grote groepen springbokken die in het schemerdonker verder trekken.
Vrijdag 13 april naar de Sossusvlei.
Op naar de Sossusvlei. Inge en Wim nemen een rustdag en gaan niet mee. Vanmorgen zijn we om kwart over zes op gestaan en om kwart voor zeven bij het eerste daglicht vertrokken we. We hebben het ontbijt in een kist met eten en drinken en zelfs een kleed om te picknicken van onze lodge mee gekregen. Eerst in het schemer voorzichtig rijden. Prachtig licht op de bergen en oryxen en springbokjes in overvloed langs de weg. Om kwart voor acht reden we door de toegangspoort. We konden zo doorrijden. Een kaartje koop je als je er weer uit gaat. Op naar de Sossusvlei en de duinen. We rijden zo,n 60 km de vallei in. Als je de rode zandduinen van de Sossusvlei op z’ n mooist wilt zien en wilt fotograferen moet je er eigenlijk al bij zonsopgang zijn. Dat was voor ons een beetje te vroeg want dan zouden we al om vier uur op moeten staan en dan in het donker voorzichtig rijdend er naar toe. Dit was voor ons vroeg genoeg. Maar ook nu zo rond acht uur scheen de zon prachtig op het rode zand van de duinen. Eerst naar duin 45. Dat dachten we . Er stonden al wat auto’s op de parkeerplaats . Prachtige schaduwen langs de scherpe zandranden. Er klommen verschillende mensen langs de kam naar boven. Voor mij te steil twee stappen omhoog en je glijdt weer één naar beneden. Hier hebben we ons ontbijt opgegeten thee, koffie, fruitsalade, yoghurt, stukjes kaas , sap en broodjes. Het kan niet op. Tafelkleed, bekers en metalen glazen en bestek. Geweldig ! Het was echter duin 44. Na dit alles een duin verder gereden naar de hoogste duin de 45 .De naam komt van afstand tot de ingang nl. 45 km. De mooie schaduwen geven een speciaal effect op het zand. Ook hier mensen die de top via de kam proberen te bereiken. Ze zijn als kleine stipjes te zien. Wij genieten. Verder naar het eindpunt van de asfaltweg. Hier kan je de auto parkeren en verder met een jeep naar de Dead Vlei. Je mag met een vierwiel aangedreven auto zelf verder rijden. We doen dat niet en maar goed ook want er staan diverse auto vast in het zand. Niet iedereen kan woestijn rijden in loszand!
De Deadvlei is een duinpan waar als het regent water blijft staan. Ooit was er eens een rivier maar door de werking van de duinen is de verbinding met de zee volledig geblokkeerd. Vlei betekent moeras of meer. Vanaf het eindpunt met de jeep lopen we er in een half uur naar toe, al klimmend en dalend door het losse rode zachte zand. Het wordt nu al behoorlijk warm. De Deadvlei heeft een witte kleur van de opgedroogde , eens meegevoerde klei. De dode bomen staan er al meer dan 100 jaar en samen met de witte kleilaag krijgt het een spookachtige uitstraling. Hierna terug naar de uitgang/ingang om te betalen. Het was allemaal niet erg duidelijk waar we konden betalen maar uiteindelijk met een kaartje komen we er weer uit. Nog even de auto voltanken. Als er een gelegenheid is moet je altijd tanken want je weet maar nooit waar je weer een benzine station tegen komt. Terug naar onze lodge de Naukluft lodge. Weer veel Oryx langs de weg. Nog even wat rondgekeken bij de lodge . Wandelend naar het zwembad en de waterhole. Een geweldige dag daar zullen we nog vaak aan terugdenken.
Morgen naar Swakopmund. Ruim 280 kilometer.
Zaterdag 14 april; Door de Namib woestijn naar Swakopmund.
Vandaag door een grote woestijn. We komen langs Solitaire, bekend van het boek van Ton van der Lee. Omdat we net onderweg zijn en de tank vol hebben werpen we vanuit de auto een blik op het café van der Lee, maken al rijdend een foto maar stoppen niet. Stom! Ik heb het boek gelezen en dan moet je natuurlijk er even een kopje koffie nemen met appeltaart om de sfeer te proeven. Helaas kan ik het niet overdoen. Het is nog 260 km naar Swakopmund. Sommige stukken zijn heel vlak , je ziet een witte gravel steenslag weg en een omgeving die zandbak geel is. In het begin in de omgeving Solitaire om de zoveel kilometer nog een aanduiding van een boerderij /guestfarm als Rostock maar dan niets meer. Weinig auto’s. Door de enorme stofwolken die de auto’s achter zich aantrekken zie je de auto’s al van heel wat kilometertjes ver aankomen. Er zitten twee ruige passen in de route met mooie uitzichten. Eerst de de Gaub pas en daarna de Kuiseb pas. De laatste is één van de hoogste passen van Namibie . In deze omgeving hebben in de tweede wereldoorlog twee Duitse geologen zich schuil gehouden om niet geïnterneerd te raken. Door vitaminegebrek hebben ze het na twee jaar op moeten geven. Een van hen Henno Martin heeft hierover een boek geschreven “Wenn es Krieg gibt, gehen wir in die Wueste” Een bestseller die ook in het Engels en Nederlands vertaald is.
Arnold rijdt vandaag. Soms probeer je de slechte stukken te vermijden maar dat lukt niet altijd want er zitten veel ribbels op de weg, waar je ook rijdt. Een vlakte met zo nu een dan een stofwolk van een auto. Halverwege om een uur of één stoppen we bij een picknickplaats met overkapping tegen de verzengende zon. Met uitzicht op een paar kokerbomen. Dichter bij de kust in de buurt van Walvisbaai krijgen we weer zandduinen. De duinen lopen tot in de zee. De duinen zijn hier wit/licht geel. We zien een cafeetje zo lijkt het. Het is het avonturencentrum Dune 7. Hier kun je in de woestijn rijden met een quad en dat soort dingen. Er zijn wat jongeren . Echt wat voor de jeugd. Wij drinken er koffie. Nu richting Swakopsmund. Met de navigatie vonden we op tijd ons guesthouse Sea breeze. De manager heet Oona. Of misschien is ze de dochter van de eigenaar. Ze is geboren in Mariental waar haar broer nog een boerderij heeft. Ik denk van Zuidafrikaanse boeren origine. Vanavond lekker gegeten in een restaurant in de buurt aan zee. We zijn vandaag ook weer de Steenbokskeerkring in noordelijke richting over gekomen en zijn dus weer in de tropen. Maar in Swakopsmund wordt het nooit echt heet. Vaak koude zeedampen. Het plaatsje heeft nog veel huizen uit de Duitse periode. Ze noemen het ook wel de Zuidelijkste Noordzee badplaats.
Zondag 15 april Swakopsmund
Het heeft vannacht flink geregend. Het is koud in vergelijking met de vorige dagen. Dus niet naar zee of strand maar naar het Centrum van Swakopsmund. We gaan met de auto, eerst naar het Nationaal marine Aquarium en daar de auto geparkeerd. Het museum is nog niet open dus maar even langs het strand gelopen. De entrees zijn hier niet duur en ook kregen we korting omdat we boven de 65 jaar zijn. Grappig hier ook senioren korting dus. Het grote aquarium is een enorme bak met zoutwater vis. De enige soort die ik herkende was de haai. Zoals gezegd hier een stuk kouder. Ik heb mijn vest en een lange broek aan . Heb ze dus niet voor niets meegenomen. Het stadje is mooi en verzorgd met mooie oude huizen uit de Duitse tijd. Hotel Zum Kaiser is er nog en ook hotel Schweitserhaus met cafe Anton. Daar drinken koffie met heerlijk gebak bij .
In de middag naar Walvisbaai. Een asfalt weg langs de kust met duinen tot in zee. Walvisbaai was een teleurstelling. Saai. We hebben nog een oud kerkje gezien dat vroeger als een soort prefab vanuit Duitsland met de boot is overgebracht naar hier. Meer interessant dan mooi. Dan maar weer terug naar Swakopmund.
‘s Avonds hebben we een tafel besproken in het restaurant op de grote pier: Jetty 1905. Het was er helemaal vol en erg gezellig en het eten was zeer goed.

Maandag 16 april; Swakopsmund, Living Desert Tour
Vandaag vroeg uit de veren. Om kwart voor acht worden we opgehaald met een landrover voor een zandwoestijn safari. We zijn met drie auto’s. Een Duits stel dat ook in Seabreeze logeert gaat ook. Ook de anderen zijn Duits, ik denk een groep. We kregen door de gidsen van de Living Desert tours Chris, Douglas en Nico uitleg over het leven in de woestijn. Op zoek naar de little five. Hoe komen ze aan hun eten en wat eten ze. Welke beestjes leven er in de woestijn. Een spin die met 44 omwentelingen per seconde een duin afrolt. De kameleon , Namaqua kameleon. Als die bang wordt, wordt die helemaal wit. Bij iedere stop vinden de gidsen wel weer een ander beestje. Een kleine gekko, pootloze hagedissen, zandduikende hagedis, slangen, hoornige adder. Voor de fun crossen we nog wat duinen op en af. We krijgen nog wat uitleg over het ijzerhoudende zand. Wat de gids met een magneet goed zichtbaar maakt. Verder nog wat uitleg over de verschillende zand structuren. Al met al was de tour een hele belevenis.
Douchen, inkopen doen en weer dineren in het restaurant in de buurt. Verder klaar maken voor de lange reis naar Twijfelfontein.
Dinsdag 17 april van Swakopmund naar Twijfelfontein.
Saaie dag . We hebben ongeveer 550 km gereden. Eerst door de eindeloze woestijn langs de kust. We namen de C34 langs de kust naar Torrabay en 10 km voor deze plaats de afslag naar C39, Het eerste stuk is goed te berijden. We zagen oude olievaten langs de weg met daarop iets te koop. Rose; het leek wel kwarts. Het bleken zoutkristallen te zijn die je kunt kopen. Meenemen en geld in het bakje doen. Er zat nog niets in het bakje. De verkoop loopt slecht of niemand doet er iets in. Ook zien we zoutpannen met zoutindustrie. Aan de kustlijn veel mannen aan het vissen met grote staande hengels. Er zit hier veel vis door de koude golfstroom. Voorbij Henties Bay is een enorme robbenkolonie. Cape Cross Seal Reserve. Wim was er aan voorbij gereden, maar Arnold en ik wilden het toch graag zien. Het is de attractie van deze route. Dus weer terug. Een kleine 100 km extra maakt op zo’n dag ook niet veel meer uit. De robben, honderdduizenden, in de paartijd anderhalf miljoen, zijn niet bang voor mensen en laten zich in alle standen fotograferen. Een prachtig gezicht. De Portugezen zijn hier een paar honderd jaar geleden als eerste Europeanen aan land gekomen en hebben er een kruis neer gezet. Het heet daarom dus ook Cape Cross. De weg wordt slechter en de kleur is bijna zwart. Soms denk je dat het asfalt is. Bij Ugab moesten we ons melden want we komen nu officieel in het Skeleton Coast Park. Even voor Torra Bay de C39 op. We kwamen in een complete zandstorm terecht geen hand voor de ogen te zien. Zo dat maak je ook niet iedere dag mee. Opeens zag Arnold aan de rechterkant van de weg een Welwitschia. Ik de auto uit. Het is een plant die wel 2000 jaar oud kan worden en leeft alleen hier langs de kust. De wortels van de plant gaan wel drie meter diep . Ze zien er rommelig uit , hebben 2 bladeren die wel acht meter doorgroeien en splijten door de wind en ze hebben rode bloemetjes. Hij werd in 1853 ontdekt door de oostenrijker Friedrich Welwitsch . Als je het hart van de plant aanraakt, voelt het aan alsof het van steen is zo hard. Geweldig dat we ze zagen het is de nationale plant van Namibië. Komt nergens anders op de wereld voor. Endemisch. De Zuidafrikaanse naam is Tweeblaarkannietdood plant. Mooie naam. Het vocht dat ze nodig hebben om te overleven/groeien halen ze uit de mist die in de morgen uit de koude zee komt. We verlaten via de Springbok gate de Skeletoncoast en komen in een wat vriendelijker gebied, Damaraland. Om half zes komen we bij onze lodge in Twijfelfonteijn aan. Een prachtige lodge gebouwd midden in de natuur tegen de rode rotsen. Morgen gaan we hier wat leuke dingen zien.
Woensdag 18 april Twijfelfontein
Vandaag een tankdag d.w.z. onze diesel is voor driekwart op. Je kan hier niet riskeren dat je met een lege tank komt te staan. We horen dat er 4 km verderop een tankpomp is, meer is het niet. Dus daar eerst maar naar toe. Snel gevonden. Ja ze hadden wel diesel, maar helaas de pomp was kapot. De pompbediende zei dat er een pompstation en ATM was in het volgende plaats Khorixas. We moesten ook geld hebben dus dat kwam wel goed uit. Gelukkig hadden we s ‘morgens nog het Damara living museum bezocht waar we uitleg en demonstraties kregen van de gebruiken van de Damara’s. Midden tussen de rotsen stonden primitieve hutjes. In ieder hutje was een andere activiteit. Een vrouw vertelde over de medicinale kruiden. Ze spreken met een kliktaal. Bijzonder om dat te horen. In het tweede hutje werden messen met mooie heften van hoornen van beesten gemaakt. Het derde hutje vrouwen die huisvlijt activiteiten deden. Het vierde hutje werden huiden bewerkt. Nog een demonstratie vuur maken en tot slot gingen de mannen en vrouwen dansen en zingen. Een mooi begin van de dag.
Arnold volgde de verkeersborden naar Khorixas. Maar dat bleek een route van wel erg op safe. De rit naar Khorixas duurde erg lang en we kwamen er pas in het begin van de middag om half twee aan met een vrijwel volledig lege tank. Gelukkig kregen we de tank weer vol en onze portemonnee was bij de ATM ook weer gevuld. Maar het dagprogramma was wel in de war. Op de terug weg zagen we een bord met de bezoek mogelijkheid aan een versteend bos. ( petrified forest). We kregen een leuke vrouwelijke gids mee die ons van alles vertelde over de planten en de geschiedenis van de versteende bomen. Ruim een half uur wandelen in de hitte was nog te doen. Heel interessant.
Maar weer verder. Onderweg waren er veel ezeltjes en passeerden we een ezelkar met drie ezels ervoor die in galop gingen. De loslopende ezeltjes hebben een touw om de voorpoten zodat ze niet ver weg kunnen lopen. Hierna wilden we de rotsformatie van de z.g.n. orgelpijpen nog zien en de beroemde San rotstekeningen. Met een beetje gezeur mochten we nog na sluitingstijd de orgelpijpen zien. De man noteerde ons als eerste bezoekers voor de volgende dag. Dat is toch een mooi staaltje van klantvriendelijkheid met een klein beetje creatief boekhouden. In de rivierbedding stonden de orgelpijpen. De z.g.n. orgelpijpen zijn een geologisch verschijnsel. Hoe dat ontstaan is weet ik niet precies maar dat kunnen we natuurlijk opzoeken. Bij onze vriendelijke man nog wat mooie stenen gekocht voor de kleinkinderen Jorick en Leonard. Maar voor de beroemde rotstekeningen was het te laat geworden. Gelukkig waren er bij onze lodge ook rotstekeningen van de San. Niet zo groot maar het gaf toch wel een goed beeld. De afbeeldingen van steenbokken en giraffen waren goed te herkennen en natuurlijk ook het knikkerspel dat nu nog overal beoefend wordt.

Donderdag 19 april naar Kamanjab
We trekken weer verder naar het Noorden. Het landschap werd gelukkig steeds groener. Daar heb je gewoon behoefte aan na al die woestijnen. Onze aankomst bij Toko lodge Rustig verliep nogal bijzonder . Het vrouwelijke personeel stond met de schrobber in de aanslag naar boven te kijken. Wat bleek: boomslangen en daar moesten wij onderdoor. Na een tijdje zijn ze verder in de boom gekropen. Gevaar geweken. We kregen het sein “je kan veilig onder de boom door”. Bij toko denken we natuurlijk aan de Chinese toko maar daar heeft het niets mee te maken. Toko is een vogelsoort. En Rustig is de naam van de boerderij voordat het een guestfarm/lodge was. Maar rustig is het wel. We zijn de enigste gasten. Het ziet er prachtig uit met de lange waranda met zicht op de savanne met nu ook wat cactussen van zo’n 10 meter hoog . Voor je kamer bomen met wever nesten Echt Afrika zoals je je dat voorstelde. Alleen geen dieren bij het waterhole en het zwembad had het ook begeven. Maar ja we kwamen ook voor de Himba’s hier. Om vier uur gingen we lopend met een gids naar een Himba dorpje, een kraal. De hutjes zijn rond en worden ingesmeerd met koeien poep. Ze staan in een cirkel met in het midden een groot open rond stuk met hout afgescheiden voor het vee. Voor de ingang een vuur zodat ze beschermd zijn tegen roofdieren. De vrouwen smeren zich in met een soort rood poeder van fijn gemalen rode steen en dat mengen ze dan met vet en kruiden en daar smeren ze zich helemaal mee in. Ook het haar in een soort vlecht wordt ingesmeerd en eindigt in een soort kwastje dat niet ingesmeerd wordt. Ze wassen zich nooit en ze desinfecteren zich met rook uit een potje met kruiden dat ze onder het lichaam houden. Een vreemd gezicht. De mannen houden zich totaal afzijdig van de vrouwen zo lijkt het en dragen ook gewone westerse kleren. De Himba’s maken veel sieraden die ze proberen te verkopen. Het is een nomaden volk. De truc is natuurlijk een beetje vriendjes te worden met je gasten want dan voelen die zich wel genoodzaakt iets te kopen. Uiteindelijk gaan de vrouwen met hun verkoopwaar in een cirkel zitten en wij lopen er aan de binnenkant aan langs om wat souvenirs te kopen. Voelt wel wat ongemakkelijk. Arnold koopt een paar kleine beeldjes. Geen grote handel dus. Het is allemaal geen nep maar ja wel aangepast aan de huidige situatie. Ze trekken niet meer en dan wordt toch alle anders. Ik zag boven een van de hutjes een plaat met zonnecellen. Ja het mobieltje moet natuurlijk wel opgeladen kunnen worden. ‘s avonds lekker gegeten. Giraffe vlees op de braai en salade van vele soorten boontjes, aardappel en wortel met vooraf een flensje met tonijnvulling en hele koude vruchten met pitjes. Vannacht wat ziek geworden, de darmen van streek . De anderen hadden er geen last van. Morgen naar Etosha.
Vrijdag 20 april naar Etosha
We werden wakker door lucht van brandend hout. Het raam stond open. Arnold is even gaan kijken. Aan de buitenkant van elke kamer stond een soort boiler die gestookt werd op hout. Dus om zes uur hadden de boys al hout verzameld en het vuurtje gemaakt zodat wij lekker warm konden douchen. Apart. Het gaat gelukkig weer wat beter met mij. Bij het ontbijt heet water en bouillon en een beetje yoghurt. Vandaag rustig aan. Een weg binnendoor naar Etosha is een stuk korter dan de gebruikelijke route. De verleiding is groot om de korte route te nemen. Toch maar even gevraagd. De korte route bleek niet goed begaanbaar te zijn door de regen. Dus dan toch maar de wat langere route over een geasfalteerde weg. Om een uur waren we bij de ingang , de Anderson gate. We waren nauwelijks binnen of we zagen al een groep giraffen. Etosha is plat met een begroeiing van gras en struiken. Er lopen grind/gravel wegen door. Het weer is heet. We moesten nog ongeveer 80 km rijden naar onze lodge Halili. Onderweg daar naar toe springbokken, koedoe’s en oryx gezien. De koedoe’s staken in grote groepen vlak voor ons over de weg. De lodge Halili is een staatslodge en dat is te zien. Erg gedateerd, geen stoeltjes waar je buiten even op kon zitten. Met behulp van een veiligheidsman hebben we wat stoeltjes kunnen scoren van andere niet gebruikte kamers. Wel is er een groot zwembad en daar hebben Arnold en ik heerlijk in gezwommen. Morgen op jacht naar het grote wild.
Zaterdag 21 april ; een Etosha dag.
De hele dag verkennen we het Etosha park. Er is een hoofdweg met daaraan lussen die naar interessante punten gaan. Vandaag rijden we naar het meer westelijk gedeelte want morgen hebben we een hele dag om naar het oosten te rijden naar de lodge Numatoni.
Nog maar net buiten de lodge of we zagen al weer springbokken. Wat zijn dat toch sierlijke beestjes. We zien regelmatig struisvogels in de verte. Een raar gezicht die bolletjes op stokken. Op grotere afstand zie je bijna niet dat ze ook nog een nek en een kop hebben. We namen de eerste afslag naar de Salvadora, Sueda en Charitsaub drinkplaatsen. Helaas niet veel wild bij de drinkplaatsen. We zien wat trapvogels , een reuzetrap ,twee secretarisvogels en een wat kleinere soort trap. Voor ons op de weg kruipt een panterschildpad (Leopard tortoise) over de weg. Door naar de drinkplaats Homob. Weer niet veel wild te zien. Het heeft hier vorige week flink geregend dus de dieren kunnen overal water vinden en komen niet meer naar de drinkplaatsen. Wel een mooi gezicht op de Etosha pan. Vervolgens zijn we doorgestoken via Ondongab naar Aus en naar een P bij Olifantsbad. Hier ga je door een hek en komt in een soort omheind gebiedje . Daar mag je de auto uit en even de benen strekken en gebruik maken van een wel erg vieze wc. De picknick plaats op zich was wel Oke. Op de terugweg naar onze lodge zagen we nog een grote neushoorn en giraffes. Het toetje kwam later. Er is bij onze lodge een drinkplaats aangelegd waar je vanuit ons huisje naar toe kan lopen. In het begin van de schemering om kwart over zes gingen we kijken of er wat te spotten was. Boven de drinkplaats in de rotsen is een soort tribune gebouwd van steen en wat losse bankjes. We hebben dus op een veilige plek een goed uitzicht op de lager gelegen drinkplaats. Op de weg er naar toe kwam een meisje zachtjes naar beneden en fluisterde Arnold in het oor “Elephant”! Snel naar boven en turen in het groen. Hij was nog niet echt goed te zien maar na een kwartiertje getreuzeld te hebben kwam hij heel mooi zichtbaar te voorschijn. Maar hij ging niet naar de waterplas en liep door het gras weer langzaam weg. Het was een heel grote bull. Geweldig om te zien. Op het einde maakte hij nog een spurtje en weg was ie. Wat een groot beest; het toetje van de dag. Morgenvroeg gaan Arnold en ik kijken bij zonsopgang ongeveer half zeven of er dan ook wat te zien is.

Zondag 22 april Etosha
Vanmorgen voor zonsopgang naar de waterhole gelopen. Half zeven. Het eerste stukje hebben we nog een zaklantaarn nodig want het is nog stikdonker. We lopen langs de camp site er is al veel beweging. De eerste campinggasten trekken al weer verder. Wij lopen langs het pad naar de waterhole. Er branden gelukkig wat gele oriëntatielampen. Er zitten al een stuk of twaalf mensen. Een klein uurtje gekeken, maar geen wild gezien . Maar op zich wel mooi om zo de zon op te zien komen. We gaan ontbijten en dan weer op stap met de auto om wild te spotten. We nemen allerlei zijwegen, D wegen. Via de Helio Hills naar Noniams waterpoel. Verder naar Goas; opeens waren daar heel veel zebra’s, geweldig mooi. Arnold reed vandaag. We konden om de poel heenrijden zodat de zon goed op de paardjes viel. Mooi voor de foto s. Onderweg zagen we ook nog mooie vogels in de bomen en de nodige parelhoenders op de grond. Wat een prachtige koppen hebben die parelhoenders. Bij een P konden wij eindelijk weer onze benenstrekken. Een broodje eten en weer door, want er is hier geen schaduwplekje en het is bloedwarm. Een eind verderop wilde ik even een bloem bekijken en toch even de auto uit. Ik stapte in een plas modder,witte klei. Arnold ging even mijn schoen schoonmaken in een waterplasje langs de weg. Laat daar nu net een auto met Etosha rangers aankomen. Een dikke waarschuwing. Nog een keer betrappen op een verblijf buiten de auto betekent verwijdering uit Etosha. We houden ons dan nu verder ook strikt aan de regel alleen uit de auto op aangegeven plekken. Bij Batia en Springbokfontein waren alleen wat watervogels. We zijn vervolgens de weg overgestoken richting Okerfontein. Ineens zien we de nekken en koppen van giraffes boven de bosjes. Het bleek een hele grote groep te zijn en ze staken voor en achter onze auto de weg over om naar het openveld te gaan. Er waren ook kleintjes bij. Weer geweldig. Wat een grote beesten! Als ik het raam open zou doen kon ik ze aanraken. Bij Kalkheuvel zagen we op het openveld honderden zebra’s. Ook op de weg waar we reden. Je kon ze hier ook bijna aanraken. We zijn vandaag wel erg verwend met de beesten. Ook nog veel gnoes en struisvogels gezien. Een dag is zo weer om. Moe en warm kwamen we om half drie aan bij onze nieuwe lodge Namutoni lodge. Deze huisjes zien er beter uit dan in Halali. Morgen gaan we al weer naar de laatste lodge bij het Waterberg plateau. Ik denk weer vele km rijden. Dit was een geweldige dag en de wegen waren ook goed berijdbaar. We hebben het fort van Namutoni nog even bekeken. En ‘s- avonds nog even naar de waterhole bij de lodge. Behalve wat zebra’s niet wat bijzonders gezien. Aan het eind van het diner zei Wim dat hij morgen langs een andere weg wilde rijden dan die op het programma stond. Hij dacht dat de weg die op het programma stond veel langer was en met slechte wegen maar dat was niet zo. We missen dan wel de grote Hobameteoriet bij Grootfontein. Dat vind ik wel jammer. We nemen dus de geasfalteerde route van Etosha naar Waterberg. De lodges in Etosha waren de minste lodges van de reis. We waren al gewaarschuwd. Maar andere mogelijkheden in het park zijn er niet. Alle andere lodges waren door de ligging en architectuur uitzinnig mooi. Zo vanaf je huisje met veranda de woestijn en savannne inkijken. Daar zal ik nog vaak aan terugdenken. Maar nu de reis van vandaag. We reden via Tsumeb eerst naar Otjwarango over de B1. Onderweg bij Otavi koffie gedronken in een restaurantje in een mooie bloementuin. De eigenaresse of de dochter van de eigenaar ( Lelani Boshoff) vertelde dat de tuin haar hobby was en nam ons mee naar een tuin achter het koffiegebeuren. Ze had vele soorten gemberplanten en twee soorten ananassen . Ik mocht overal zaad van hebben. Van de oranje/ gele cosmea, zinnia’s, pepers en van een wel heel vreemd gevormde peper die ze gebruiken in hun siroop. Ook had ze aardbeiplanten en salie. Wat een leuke verrassing! Ze vertelde dat de achter buurman die ook plantenliefhebber is veel zaden uit het buitenland liet komen. We hebben haar mailadres gekregen en hebben beloofd wat zaden op te sturen. Het laatste stuk nog over een onverharde weg en om half drie waren bij de lodge in Waterberg. Onderweg zagen we nog wat bavianen en wilde zwijnen.
Arnold en ik liepen vanuit ons huisje naar het restaurant om het avondeten te bespreken. Op de terugweg zagen we een alternatieve route door de natuur naar de huisjes. Het pad begon breed en het werd steeds smaller en uiteindelijk vonden we niet een pad om weer naar boven naar de huisjes te gaan. Maar weer terug . Inmiddels begon het al donker te worden. Maar gelukkig net op tijd waren we weer op de plek waar we begonnen waren. Het restaurant is in 1908 gebouwd als een Duits politiebureau. Morgen hebben we een rustige dag en gaan we wat in de buurt van ons huisje bekijken. Het is hier wat begroeider; een prachtige omgeving. Voor ons huis zien we veel dik-diks (damara dik-dik),dat is een klein hertje met zeer grote ogen. Verder mooie vogels.

Dinsdag 24 april; Een dagje Waterberg park.
Vanmorgen na het ontbijt zijn Arnold en ik gaan lopen door een prachtige natuur naar het kerkhof van de Duitse soldaten. De Duitsers hebben in het begin van de 20ste eeuw oorlog gevoerd met de Herero bevolking. Een groot deel van de Herero bevolking is daarbij uitgeroeid. Waterberg en omgeving spelen daarbij een belangrijke rol. Onderweg naar het kerkhof zagen we prachtige wilde bloemen en vele wilde varkens. Het was warm. We liepen van de ene schaduwboom naar de andere. Soms liep de weg behoorlijk steil op. We kwamen een Duits stel tegen die vertelden dat ze naar de hoogvlakte van het plateau wilden lopen, maar helaas hebben ze de weg niet kunnen vinden. De reisboeken doen enthousiast over de rondwandelwegen. Maar het wordt blijkbaar niet goed onderhouden. Vanmiddag zijn we naar het prachtige zwembad gelopen. Wel weer heuveltje op en af, maarveel dikdiks en varkens gezien. Bij het zwembad zaten grote groepen bavianen die in de richting van de huisjes verdwenen. Het water was heerlijk warm en zonder chloor. Er waren maar een paar mensen. Wat een prachtige natuur we komen helmaal tot rust. Voor ons huisje werd het gras gemaaid en werd er watergegeven. Een van de mannen wilde de auto die behoorlijk smerig was ook wel wassen voor een fooitje. Goed geregeld. De huisjes zijn erg leuk en liggen in een wat parkachtige omgeving. Blijkbaar is er hier water genoeg ; het heet natuurlijk ook niet voor niets Waterberg. Vanuit ons huisje rijst het plateau recht omhoog. Het gesteente neemt in de namiddag alle kleuren aan lila, rood,geel,rood,bruin en groen. Een prachtig gezicht. Morgen de laatste dag en daarna om half zes vliegen naar huis.

Woensdag 25 april; Naar het vliegveld
Afscheid van het Waterberg park en de laatste dag in Namibië. Ik had nog een ding op mijn wensenlijstje staan. Even stoppen in een stadje net boven Windhoek, Okahandja. Daar is een openlucht markt met veel houtsnijwerk. We hebben het gevonden bij de oude invalsweg naar het stadje. We hebben wat spullen gekocht voor de kleinkinderen. Ik heb zelf niets met het houtsnijwerk, maar het zijn toch wel leuke souvenirs. Je moet toch wat meenemen. We waren mooi op tijd bij het vliegveld. De auto ingeleverd. Alles was OK! Het vliegtuig had deze keer geen lekke band en vertrok precies op tijd. Het was lang niet volgeboekt. Maar in Angola kwamen de Engelssprekende oliewerkers? weer aan boord en het vliegtuig was vol. Tegen zes uur in de ochtend landen we op Schiphol. Het was een prachtige reis , heel bijzonder met al die woestijnen, de relicten van Duitse koloniale geschiedenis, de talen Engels, Duits en niet te vergeten Zuid-afrikaans en natuurlijk de planten en beesten.
Ik heb genoten!!!

Marja Ruiter-van Halteren


Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Marja

Marja Ruiter van Halteren

Actief sinds 18 Jan. 2013
Verslag gelezen: 3814
Totaal aantal bezoekers 174062

Voorgaande reizen:

08 Oktober 2019 - 30 Oktober 2019

reisverslag namibie\botswana

07 Februari 2017 - 25 Maart 2017

Suriname februari maart 2017

10 Februari 2015 - 10 Maart 2015

na 50 jaar terug in Suriname

06 Februari 2013 - 29 Maart 2013

Noord Molukken en Sulawesi

Landen bezocht: